De nieuwe Huurovereenkomst Woonruimte 2017

Op 18 april jl. heeft het de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) de nieuwe modelovereenkomst woonruimte met bijbehorende algemene bepalingen geïntroduceerd. De nieuwe versie vervangt het ROZ-model voor woonruimte uit 2003 en sluit (beter) aan bij recente wetswijzigingen en ontwikkelingen in de rechtspraak. Wat zijn de in het oog springende wijzigingen?

De belangrijkste wijzigingen betreffen de nieuwe mogelijkheden tot tijdelijke verhuur. Met de invoering van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 per 1 juli 2016 heeft de verhuurder de mogelijkheid gekregen om woonruimte tijdelijk te verhuren zonder dat de huurder huurbescherming toekomt. De ROZ heeft deze wijziging in het nieuwe model Huurovereenkomst Woonruimte 2017 verwerkt. De overeenkomst biedt in de considerans vier smaken met betrekking tot de duur van de overeenkomst waar de verhuurder en huurder voor kunnen kiezen namelijk verhuur voor onbepaalde tijd, onbepaalde tijd met een minimum van 12 maanden, bepaalde tijd voor maximaal 2 jaar of korter of bepaalde tijd langer dan 2 jaar.

Daarnaast bevat het nieuwe model de mogelijkheid om de woning te verhuren aan wettelijk bepaalde doelgroepen: gehandicapten, ouderen, jongeren onder 28 jaar, studenten, promovendi en grote gezinnen. Bij verhuur aan deze doelgroepen bestaat voor de verhuurder de mogelijkheid om de huurovereenkomst op te zeggen wegens dringend eigen gebruik indien de huurder niet meer voldoet aan de omschrijving van de relevante doelgroep. Hiermee heeft de wetgever een grotere doorstroming van de huurmarkt beoogd.

De ROZ speelt ook in op de ‘airbnb’ tendens door in de algemene bepalingen bij het verbod tot ingebruikgeving te benadrukken dat daaronder ook wordt verstaan het in gebruik geven ten behoeve van dergelijke (ver)huurorganisaties als airbnb, of soortgelijke initiatieven. Indien deze bepaling wordt overtreden bepalen de voorwaarden dat de huurder ook de winst dient af te dragen die huurder hiermee heeft gemaakt. Ook de huurder die het gehuurde gebruikt voor delicten op grond van de Opiumwet, dient de winst die de huurder hiermee heeft gemaakt af te dragen aan de verhuurder. De huurder moet er daarnaast onder meer voor zorgen dat er geen overlast van dieren wordt veroorzaakt.

De boetebepaling is nu in de huurovereenkomst zelf opgenomen in plaats van in de bij de huurovereenkomst behorende algemene bepalingen, zoals het geval was bij het ROZ-model voor Woonruimte 2003. Verder is het boetebeding in art. 11 van de Huurovereenkomst Woonruimte 2017 zeer uitgebreid geformuleerd.

De nieuwe modelovereenkomst kunt u hier vinden: https://roz.nl/de-roz-modellen/model-woonruimte/