Frits Bakker: ‘Precies gebeurd waar we bang voor waren’
De ongewenste en onbedoelde effecten blijken uit Evaluatie Wet griffierechten burgerlijke zaken: de complexiteit van vereenvoudiging (pdf, 3,6 MB), een gezamenlijk rapport van het WODC (het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie) en de Raad voor de rechtspraak. Vandaag verscheen in het vakblad voor juristen NJB U verlaat Rechtspraak.nleen artikel over dit rapport.
Vervanging wet
Niet positief
De onderzoekers keken wat er terecht is gekomen van de voornemens. De bevindingen zijn niet positief. De belangrijkste reden voor rechters, medewerkers van de Rechtspraak en juridisch hulpverleners (advocaten, gerechtsdeurwaarders en medewerkers van het Juridisch Loket) om negatief te oordelen over de Wgbz, is de hoogte van het griffierecht.
Riskant
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak: ‘Dit onderzoek toont precies aan waar wij bang voor waren. We hebben destijds aangegeven dat het riskant is in te grijpen in een goed functionerend systeem. Het belang van goede, toegankelijke rechtspraak is groot. Mensen mogen niet om financiële redenen afzien van een rechtszaak. Met name voor relatief kleine vorderingen zijn de tarieven nu te hoog. Dat mag niet in een rechtsstaat: mensen moeten hun recht kunnen halen.’
Strategisch gedrag
Financiële afwegingen spelen een grote rol bij de beslissing wel of niet een beroepte doen op de rechter, aldus de onderzoekers. De tarieven zijn verhoudingsgewijs het sterkst gestegen in de categorie handelszaken met een financieel belang tussen 500 en 5.000 euro. Als alleen wordt gekeken naar de invloed van het duurder worden van de gang naar de rechter, nam het aantal handelszaken in eerste aanleg met 20 procent af. Rechters, advocaten en deurwaarders zien ook sinds de Wgbz meer ‘strategisch procedeergedrag’: om minder griffierecht te hoeven betalen, worden bijvoorbeeld vorderingen verlaagd of gesplitst; bij huurvorderingen wordt niet gevraagd om verschuldigde huur, maar om ontruiming van de woning.
De frequentie waarmee in handelszaken hoger beroep werd aangetekend nam, doordat deze rechtsgang goedkoper werd, juist met 28 procent toe. Beide effecten – minder handelszaken in eerste aanleg, meer in hoger beroep – waren juist niet in overeenstemming met de door de wetgever genoemde bedoelingen.
Betalen aan de poort
Ook op andere onderdelen zijn de doelstellingen niet gehaald. De onderzoekers constateren dat met name door de introductie van ‘betalen aan de poort’ (de rechtszaak start pas als het verschuldigde griffierecht is betaald) de doelstelling van vereenvoudiging en vermindering van de werklast voor de administratie van de gerechten geen werkelijkheid is geworden. De overheidsinkomsten uit griffierechten bleven in de periode 2009-2012 ook niet op peil met de uitgaven aan Rechtspraak, maar stegen veel sterker: 28 procent tegen een stijging van de uitgaven met slechts 5 procent.
De onderzoekers concluderen dan ook: ‘De kloof tussen de beleidsmatige uitgangspunten (..) en de werkelijkheid (..) is op een aantal punten groot’.
Bron: www.rechtspraak.nl/nieuws